Voorstellen Perspectiefnota 2026

1. Ruimte en water

1. KRW-doelstellingen (Kaderrichtlijn Water)
Voor de KRW is een landelijke tussenevaluatie verschenen en er loopt een KRW Impulsprogramma om alle zeilen bij te zetten om de KRW-doelen voor 2027 te halen. In Groningen zijn er met name verbeterpunten op het gebied van chemische stoffen en nutriënten in het oppervlaktewater, voor grondwater geldt vooral dat de huidige kwaliteit niet mag verslechteren.

Daarnaast zijn er zorgen over stoffen die momenteel niet (in de KRW) genormeerd zijn zoals medicijnresten, PFAS en microplastics. Deze zullen deels wel genormeerd worden voor de KRW na 2027. Ook kunnen ze (nu al) een negatieve invloed hebben op de te behalen ecologische doelstellingen uit de KRW en de kwaliteit van het drinkwater.

Omdat nu al zeker is dat niet alle doelen (op tijd) gehaald worden, wordt daarnaast gewerkt aan een verantwoording richting EU voor uitzonderingen en uitstel.

Dat niet alle doelen gehaald worden heeft vergelijkbare consequenties als de huidige stikstofcrisis: bij het nemen van besluiten zoals het verlenen van vergunningen zal aangetoond moeten worden dat deze in lijn zijn met de doelen van de KRW. In principe kunnen vergunningen nu al aangevochten worden als ze niet in lijn zijn met de KRW, want het verslechteringsverbod van de KRW geldt al. De verwachting is dat dit vooral zal gaan spelen vanaf 2027 als is vastgesteld dat bepaalde doelen niet zijn behaald. Hierdoor zijn ook na 2027 extra inzet en middelen nodig.

Zonder extra inzet/middelen is het niet haalbaar om te werken aan aanvullende maatregelen, onderbouwing van verantwoording, extra monitoring en toenemende advisering.

Wij stellen voor om voor het realiseren van de KRW-doelstellingen vanaf het jaar 2025 structureel € 145.000 per jaar beschikbaar te stellen.

2. Beleidsanalyse kwantitatief waterbeheer (B-AKWA)
In de B-AKWA overeenkomsten met de waterschappen Hunze en Aa's en Noorderzijlvest uit 2000 zijn financiële afspraken vastgelegd omtrent overdracht en onderhoud van kunstwerken. De kosten voor de waterschappen stijgen en daarmee ook de declaraties die we jaarlijks krijgen van de waterschappen. Omdat onze budgetten voor water met het jaarlijkse accres zijn verhoogd hebben we vele jaren de hoger wordende kosten uit bestaande budgetten voor Water kunnen dekken, maar het loopt nu te veel uit de pas. Vorig jaar is er € 585.000 in rekening gebracht en dat heeft geleid tot een tekort van € 90.000. Verwacht wordt dat er voor 2025 voor € 610.000 wordt gedeclareerd. Dit gaat dan een tekort van € 105.500 betekenen. Voor 2026 en verder zal het tekort naar verwachting nog hoger zijn.

Voor het herzien van de overeenkomsten is een project gestart. Dit zal leiden tot nieuwe financiële afspraken. Het is onbekend hoe hoog de financiële bijdragen zullen worden in de nieuwe situatie, maar een verlaging ligt in de lijn der verwachtingen. De planning is erop gericht dat in 2027 de nieuwe overeenkomsten van kracht worden. Daarom wordt nu alleen voor 2025 en 2026 extra geld gevraagd.

Wij stellen voor om incidenteel voor 2025 € 106.000 en voor 2026 € 108.100 beschikbaar te stellen.

De omvang van de kosten is niet beïnvloedbaar (tot het herzien van de overeenkomsten). Het betreft overeenkomsten over de overdracht van objecten, financieel compenseren van de waterschappen en het uitvoering van bijbehorende taken door de waterschappen.

3. Omgevingswet
Door de komst van de Omgevingswet zijn de wettelijke voorschriften en daardoor het proces en werkwijze voor een Omgevingsverordening gewijzigd. Zo dient er te worden voldaan aan vereisten met betrekking tot participatie en consultatie, digitalisering en het uitvoeren van mer-beoordelingen en indien dat hieruit voortvloeit het opleveren van een planMER ten behoeve van de gewijzigde Omgevingsverordening. Hiervoor is momenteel geen structureel budget aanwezig. Budget is wel benodigd voor het kunnen uitvoeren van de wettelijke taak. Hierbij is het niet afhankelijk van de benodigde wijzigingen, de eventueel daarbij behorende mer-beoordelingen en de mogelijke uitkomst dat er een PlanMER dient te worden opgeleverd.

Wij stellen voor om incidenteel voor 2025 € 107.000 en structureel vanaf 2026 € 167.000 beschikbaar te stellen.

Deze pagina is gebouwd op 06/16/2025 09:40:57 met de export van 06/13/2025 10:28:58